Effect besluit ECB op spaartarieven

jun 6, 2014

Effect besluit ECB op spaartarieven

De depositorente van de Europese Centrale Bank (ECB) is de rente die de ECB vergoedt op tegoeden die banken bij de ECB aanhouden. De Europese Centrale Bank heeft op 5 juni 2014 besloten deze depositorente te verlagen tot -0,1%. Dit betekent dat banken moeten betalen voor de tegoeden die zij bij de centrale bank aanhouden. Aanleiding voor deze maatregel zijn de lage inflatievooruitzichten voor het eurogebied. De renteverlaging van de ECB zal naar verwachting leiden tot lagere spaarrentes bij private banken. Gezien de eerdere ervaringen met negatieve rentes bij andere centrale banken is het niet aannemelijk dat spaarrentes voor het publiek negatief worden.

Wat is de depositofaciliteit van de ECB?

De ECB fungeert als een bank voor banken. Zij stelt banken in staat om, onder bepaalde voorwaarden, geld bij haar te lenen en geld bij haar aan te houden. Voor deze verschillende faciliteiten hanteert de ECB verschillende rentes. De depositorente is de vergoeding die banken in het eurogebied krijgen wanneer zij geld bij de ECB stallen. Voor de crisis was het gebruik van de depositofaciliteit vrijwel nihil, omdat de ECB ernaar streefde precies zoveel geld aan banken uit te lenen als waar behoefte aan was. In reactie op de crisis heeft de ECB echter extra leningen aan banken ter beschikking gesteld, omdat de interbancaire geldmarkt niet langer goed functioneerde en banken slechts mondjesmaat bereid waren elkaar onderling geld te lenen. Door deze extra ECB-leningen bestaat al jaren een liquiditeitsoverschot binnen het bancaire systeem van het eurogebied, dat door banken op de depositofaciliteit bij de ECB wordt geplaatst. Een negatieve rente op de depositofaciliteit betekent dat banken moeten betalen om hun overtollige liquiditeit bij de ECB te stallen.

Waarom heeft de ECB het tarief op deze faciliteit negatief gemaakt?

De ECB heeft als doelstelling prijsstabiliteit in het eurogebied te handhaven, gedefinieerd als een HICP-inflatie op de middellange termijn van onder, maar dichtbij de 2%. De inflatievooruitzichten zijn de afgelopen maanden echter neerwaarts bijgesteld. Volgens de laatste ramingen van de ECB zou de inflatie in het eurogebied eind 2016 rond de 1,5% uitkomen. Gezien deze inflatieverwachtingen heeft de ECB op 5 juni 2014, als onderdeel van een pakket maatregelen, alle beleidsrentes verlaagd. De rente op de depositofaciliteit is daardoor negatief geworden (-0,1%), omdat deze reeds 0% was (noot 1). Deze negatieve rente op de depositofaciliteit is een novum voor de ECB. Eerder hanteerden de Deense en Zweedse centrale bank al tijdelijk een negatieve depositorente, terwijl de Zwitserse centrale bank geld aan banken leende tegen negatieve rentes. De Zweedse casus is overigens minder relevant, omdat het effect op de rentes op de interbancaire markt minimaal was. In Denemarken en Zwitserland was er wel een effect op  interbancaire rentes, die tijdelijk dicht bij nul kwamen of negatief zijn geworden. De motivatie van de Deense en Zwitserse centrale bank was overigens afwijkend van de ECB, omdat het verlagen van de rente bedoeld was om de wisselkoers met de euro te beïnvloeden. 

Spaarrentes van banken zullen naar verwachting dalen; maar niet negatief worden

De rentetarieven die de ECB hanteert voor de faciliteiten waarvan banken gebruik kunnen maken worden normaliter door deze banken weer doorgegeven aan hun klanten. Dit geldt  zowel voor de rente die ze geven op spaarrekeningen (retaildeposito’s) als voor de rente die ze ontvangen op verstrekte leningen. De spaarrentes die banken in zowel het eurogebied als in Nederland vergoeden op de bij hun aangehouden deposito’s, zowel direct opneembare als langerlopende, liggen momenteel nog ruim boven de 0%. Zelfs als de renteverlaging van de ECB van de depositorente met 0,1 procentpunt door de banken volledig wordt doorberekend blijven deze spaarrentes positief. Ook in andere landen waar eerder negatieve rentes door centrale banken zijn gehanteerd zijn spaarrentes positief gebleven. In zowel Zwitserland als Denemarken werd de renteverlaging slechts gedeeltelijk doorberekend in spaarrentes. Een verklaring hiervoor is dat retaildeposito’s een belangrijke, stabiele en daarmee gewilde bron van financiering zijn voor banken.
Het effect op uitleenrentes, zowel op hypotheken als voor bedrijven, is niet precies vast te stellen

De tarieven op kredietverlening door banken zijn onder andere gebaseerd op de kosten voor financiering van banken, bestaande uit onder meer deposito’s, wholesale financiering en aandelenkapitaal. Hoewel een daling in de rede ligt, is de precieze uitwerking van een renteverlaging van de ECB op de kosten van de verschillende vormen van financiering niet precies vast te stellen, omdat deze ook door vele andere factoren worden bepaald. Het uiteindelijke effect op uitleentarieven van banken kan daarom ook niet precies worden vastgesteld. In Zwitserland en Denemarken zijn de uitleentarieven destijds voor zowel huishoudens als bedrijven licht gedaald.

 

Bron: DNBulletin

Jan de Vries

Jan is founding partner van EBI Capital. Binnen EBI Capital is Jan verantwoordelijk voor de wetenschappelijk onderbouwde beleggingsfilosofie.

jan@ebicapital.nl
06 – 46 44 51 48

Heb je vragen of wil je reageren op dit artikel? Schroom niet om contact met ons op te nemen!