De nadelen van indexbeleggen: Hoe is het gegaan sinds Tesla in de index is opgenomen?

jul 5, 2021

Samenvatting

  • Tesla werd op 21 december 2020 opgenomen in de S&P 500 index;
  • Het kopen van duur gewaardeerde aandelen en het verkopen van goedkoop gewaardeerde aandelen kostte de belegger 0,41% aan rendement;
  • Traditionele indices zorgen ervoor dat beleggers duur kopen en goedkoop verkopen. Dit patroon resulteert in hoge verborgen kosten voor indexbeleggers.

Indexbeleggen is niet passief beleggen!

Van indexfondsen wordt vaak gedacht dat ze passief zijn. Dat is een groot misverstand: er worden aandelen toegevoegd en verwijderd en er worden herbalanceringstransacties uitgevoerd. Ondanks dat het activiteitenniveau van een ETF of indexfonds in vergelijking met een actief beheerd beleggingsfonds laag is, volgt het activiteitenniveau een consistent patroon: indexfondsen kopen systematisch hoog en verkopen laag en de activiteit vindt vooral plaats net voordat de indexaanpassing wordt doorgevoerd.

De recente toevoeging van Tesla aan de S&P 500 in de buurt van de hoogste waarderingsniveaus tot nu toe is een opvallende bevestiging van dit patroon. Eind 2020 schreven we een artikel waarin we uitlegden dat aandelen die worden opgenomen in een index sindsdien een underperformance laten zien en dat ondernemingen die de index verlaten een outperformance laten zien. Gezien de torenhoge waardering van Tesla schreven we dat indexbeleggers hier de dupe van zouden worden.

De indexbelegger is de dupe

Zoals de volgende grafiek laat zien, heeft Tesla sinds opname in de S&P 500 index een verlies opgeleverd van 10%, dit terwijl de aandelen die uit de index werden gehaald sindsdien een rendement van 60% hebben opgeleverd.

Hoeveel heeft de herbalancering van de S&P 500 in Tesla beleggers nu daadwerkelijk gekost? Als een hypothetische belegger niet zou herbalanceren naar Tesla en de aandelen die oorspronkelijk in de S&P 500 zaten zou hebben aangehouden, dan had dit geresulteerd in een voordeel van 41 basispunten (bps) in de eerste zes maanden na de herbalancering, en waarschijnlijk is dat rendementsvoordeel niet het einde van het verhaal. Een belegger die $100.000 in de S&P 500 had belegd is ongeveer $410 armer als gevolg van de op 21 december doorgevoerde index herbalancering. Helaas worden dit soort kosten door de belegger totaal niet opgemerkt omdat ze in de prestaties van de index zijn verrekend. Ironisch genoeg is de concurrentie op het gebied van indexbeleggen vooral gericht op het verlagen van de beheerkosten. De goedkoopste fondsen bieden al blootstelling aan de S&P 500 index aan voor minder dan tien (!) basispunten. Toch negeren veel beleggers de verborgen kosten die aan indexering zijn verbonden en die gemakkelijk (veel) hoger kunnen zijn dan de kostenratio!

Traditioneel indexbeleggen is inefficiënt.

Traditionele indexen bevatten ingebouwde inefficiënties die een negatieve invloed hebben op het rendement. We zullen uitleggen hoe dit wordt veroorzaakt. De weging van een onderneming in een tradiotionele index wordt bepaald door de marktkapitalisatie van een bedrijf. De S&P 500 bijvoorbeeld bevat ongeveer 500 van de grootste Amerikaanse bedrijven en weegt hen in verhouding tot hun float-aangepaste marktwaarde. Het spreekt voor zich dat als een aandeel van een onderneming overgewaardeerd is in verhouding tot de toekomstige fundamentals op lange termijn (en dus voorbestemd is om het uiteindelijk minder goed te doen), het in de index zal worden overwogen in verhouding tot zijn uiteindelijke weging tegen de reële waarde. Omgekeerd zal een ondergewaardeerd aandeel (voorbestemd om beter te presteren) onderwogen zijn in de index. Deze constatering is inherent aan prijs- of kapitalisatie-weging.

Indexbeleggers geven dit feit toe, terwijl ze opmerken dat niemand kan weten welke bedrijven over- of ondergewaardeerd zijn. Maar weten welke aandelen goedkoop zijn en welke duur, blijkt niet relevant te zijn. Gemiddeld genomen keren de waarderingsmultiples van bedrijven namelijk terug naar de markt- en sectornormen. In een efficiënte markt gebeurt deze terugkeer naar het gemiddelde wanneer de fundamentals de prijs inhalen: dure en goedkope aandelen krijgen respectievelijk precies de premie of korting die ze verdienen. Dit effect wordt ‘mean-reversion’ genoemd en leidt tot een lager rendement voor de kapitalisatie-gewogen index.

De jaarlijkse onzichtbare kosten worden geschat op 0,20% tot 0,40% per jaar

De beleggersindustrie vertelt beleggers dat indexbeleggen gemiddeld beter presteert dan actief beleggen. En dat is ook volledig correct. Wat er niet wordt verteld is dat er bij indexbeleggen onzichtbare kosten zijn die beleggers gemiddeld per jaar 0,20% tot 0,40% aan rendement kosten. Indexbeleggers mogen blij zijn dat gedurende een indexaanpassing waarbij dus aandelen tegen een te hoge prijs worden aangekocht en aandelen tegen een te lage prijs worden verkocht, slechts 2% tot 4% van de totale jaarlijkse omzet bedraagt. De te vermijden negatieve invloed op het rendement van gemiddeld 10% wordt dan gereduceerd tot 0,2% tot 0,4%. Beleggers merken dit niet op omdat de kosten zijn verwerkt in de koers van de index.

De oplossing? Evidence based beleggen!

Beleggers, maar ook adviseurs en beleggingsconsultants, concentreren zich op de kostenratio van fondsen, maar lijken de gebreken in het indexproces te negeren die hen gemakkelijk 10 keer de vermelde vergoedingen kosten. Deze “verborgen” kosten kunnen gemakkelijk worden vermeden door een slimmer indexontwerp en een efficiëntere aanpak van de implementatie. En dat is nu precies wat er gebeurt bij evidence-based beleggen! Door zorgvuldige implementatie worden deze kosten vermeden met als resultaat een beter rendement. Als je dit ook nog combineert met blootstelling aan rendementsverhogende factoren (zoals aandelen van kleine ondernemingen en waarde-aandelen), dan resulteert dit uiteindelijk in een beleggingsportefeuille die op de lange termijn beter presteert. En dit tegen een totaal aan kosten (zichtbare – en onzichtbare kosten) die een stuk lager zijn dan indexbeleggen!

Jan de Vries

Jan is founding partner van EBI Capital. Binnen EBI Capital is Jan verantwoordelijk voor de wetenschappelijk onderbouwde beleggingsfilosofie.

jan@ebicapital.nl
06 – 46 44 51 48

Heb je vragen of wil je reageren op dit artikel? Schroom niet om contact met ons op te nemen!

Disclaimer

Historische rendementen zijn geen garantie voor de toekomst. Dit artikel is mede gebaseerd op onderzoek van Research Affiliates.