historische lessen van een bankcrisis

apr 23, 2023

Het recente failissement van Silicon Valley Bank heeft beleggers zorgen gebaard over systeemrisico’s voor het bankwezen, omdat veel regionale banken vergelijkbare problemen hebben met onverzekerde deposito’s en risico’s met ongelijke looptijd. Het was ook een herinnering dat de acties die tijdens de wereldwijde financiële crisis van 2008 zijn ondernomen, de bankencrises niet voorgoed hebben opgelost.

Hoewel elke financiële crisis tot op zekere hoogte anders is, kunnen beleggers leren van het onderzoeken van de geschiedenis van financiële crises en hun impact op de economie en zowel aandelen- als obligatiemarkten. Zijn er patronen die kunnen worden waargenomen? Om te leren welke lessen de geschiedenis kan bieden, hebben Carola Frydman en Chenzi Xu, auteurs van de studie Banking Crises in Historical Perspective van januari 2023, de literatuur over historische bankencrises bestudeerd, gedefinieerd als gebeurtenissen die plaatsvonden vóór 1980. Met hun focus op empirisch werk gepubliceerd in 24 toonaangevende algemene en vakbladen tussen 2000 en 2022, hebben ze 218 artikelen bekeken die de periode 1800-1980 behandelen (er zijn weinig artikelen over crises vóór 1800, en geen enkele crisis in de afgelopen 40 jaar wordt als historisch beschouwd). Hier is een samenvatting van hun belangrijkste bevindingen:

Er zijn gemeenschappelijke onderliggende economische krachten die leiden tot kostbare crises, zoals liquiditeitsverschillen en verslechtering van bemiddeling; de instrumenten en instellingen die risico in het systeem introduceren evolueren en overtreffen vaak de regulering. Financiële crises zijn gemiddeld geassocieerd met ergere dalingen in productie en consumptie dan andere soorten crises – ze hebben grote negatieve effecten op de echte economie, die een breed scala van resultaten beïnvloeden, van werkgelegenheid en productie tot politieke participatie, en de effecten neigen groot en langdurig te zijn. Wijdverspreide bedrijfsfaillissementen lijken daarentegen niet dezelfde grote negatieve echte effecten te hebben als bankencrises.

Financiële instellingen die meer schulden hebben, lopen meer risico op problemen. Schulden in het financiële systeem zijn vaak een voorbode van problemen en spelen een belangrijke rol bij het verergeren van economische neergang. Financiële systemen worden vaak steeds meer speculatief, met steeds meer leningen om investeringen te financieren, waardoor financiële bubbels ontstaan. Het opbouwen van schulden kan vooral gevaarlijk zijn omdat het een positieve feedbackloop kan creëren, waarbij de gestegen waarde van activa leidt tot nog meer leningen en speculatie, wat op zijn beurt leidt tot een nog grotere toename van de activawaarden. Dit zorgt voor een vals gevoel van veiligheid en moedigt verdere risico’s aan, wat uiteindelijk leidt tot een onhoudbaar niveau van schulden. Wanneer de marktomstandigheden veranderen, zoals een stijging van de rente of een daling van de activaprijzen, ontstaat er een plotselinge vraag naar terugbetaling van schulden en leidt dit tot een plotselinge daling van de waarden, wat leidt tot financiële instabiliteit en economische crisis. Dit kan op zijn beurt een neerwaartse spiraal van activaverkopen en gedwongen verkopen veroorzaken, waardoor de activaprijzen kelderen en een bredere economische crisis ontstaat – een “Minsky-moment”.

Landen die een recessie ingaan met weinig schulden, ervaren ongeveer een jaar lang een stagnatie in de groei van het bruto binnenlands product (BBP), maar deze groei hervat zich snel en blijft in lijn met de trend. Binnen de groep van crises met hoge schulden, stagneerde het BBP ongeveer twee jaar en herstelde de verliezen niet ten opzichte van de trend in de vijf jaar die volgden.

In vergelijking met normale economische recessies zijn recessies die volgen op een financiële crisis waarschijnlijker wanneer er in de vijf jaar voorafgaand aan de crisis veel kredietgroei is geweest voor huishoudens en niet-financiële bedrijven. Vijf jaar na een financiële crisis is de kans op een nieuwe financiële crisis 36% na een hoge kredietverhouding en slechts 22% na een lage kredietverhouding (t-stat = -1,64). In de groep met hoge kredietverhoudingen waren er 27 crises en in de groep met lage kredietverhoudingen slechts 17. Het BBP van landen met een lage kredietverhouding groeide vijf jaar na de crisis 6,4 keer sneller dan dat van landen met een hoge kredietverhouding. Wanneer er ongewoon hoge kredietgroei is in combinatie met lage kredietverschillen, kan dit wijzen op een aankomende crisis, tenminste in ontwikkelde economieën sinds de jaren 1870.

Een bankencrisis kan op de lange termijn invloed hebben op de economische uitkomsten door de risicovoorkeuren van een generatie te bepalen.

Naast de kredietverhouding kan ook het verschil in looptijd tussen de opvraagbare verplichtingen en de langlopende activa van de bank leiden tot kwetsbaarheid, waarbij zelfbevestigende runs tot insolventie kunnen leiden, zelfs wanneer de activa veilig zijn. Wanneer een paar spaarders het gevoel krijgen dat een bank in de problemen zit, delen zij dit gevoel met anderen, die hierop reageren. Dit gedrag is ook te zien in moderne settings waarin sprake is van depositoverzekering (de SVB-episode heeft aangetoond dat sociale media en de mogelijkheid om met een “klik” fondsen over te boeken het risico op bankruns hebben vergroot, tenzij er overheidsinterventie plaatsvindt).

Banken zijn meestal onderling verbonden – een negatieve gebeurtenis bij minder robuuste instellingen kan nationaal en internationaal leiden tot andere crises. Bankbesmetting kan ook ontstaan in situaties waarin interbancaire deposito’s een belangrijke bron van financiering zijn en leiden tot ketens van tussenpersonen. Schokken op nationale bankensystemen worden vaak internationaal overgedragen via de investeringen van banken in buitenlandse activa. Internationale banken kunnen ook bijdragen aan het wereldwijd verspreiden van crises omdat hun financiering rechtstreeks blootgesteld kan zijn aan de ene markt terwijl hun investeringsactiviteit elders plaatsvindt, zoals in 2008.

Voor opkomende markten kunnen kapitaalinstromen financiële crises met zich meebrengen en ook gepaard gaan met soevereine schuldencrises. Hoewel open kapitaalstromen tot besmetting kunnen leiden, kunnen ze ook helpen bij het herstel.

Vroege en wijdverspreide overheidsinterventie (zoals agressief uitbreiden van de geldhoeveelheid, breed injecteren van liquiditeit en het verstrekken van fiscale stimulansen) is een belangrijk middel om paniek te voorkomen, de krimp van de banksector te beperken en de impact op de economie te verbeteren. Historische crises die niet hebben geprofiteerd van interventie zijn bijzonder kostbaar geweest. De hoeveelheid overheidsschuld heeft invloed op de mate waarin de private sector kan deleveragen en de fiscale capaciteit van staten om rechtstreeks in te grijpen.

Samenvatting

Het onderzoek naar financiële crises heeft drie belangrijke gemeenschappelijke elementen aan het licht gebracht: hefboomwerking in het financiële systeem is een systematische voorloper van crises; crises hebben grote negatieve effecten op de reële economie; en overheidsinterventies door gemakkelijk monetair beleid (verlaging van de rente en kwantitatieve versoepeling) kunnen deze kosten verbeteren.

Laten we eens kijken hoe deze elementen van toepassing zijn op de recente crisis. Het falen van SVB leidde tot een algemene verkrapping van de financiële omstandigheden, waardoor het neerwaartse risico voor de economie toenam omdat de regionale banken die werden beïnvloed, grote leners zijn van kleinere bedrijven en de commerciële vastgoed- en industriële leningmarkten. Banken die kleiner zijn dan de grootste 25 maken ongeveer 38% uit van alle uitstaande leningen en 67% van de commerciële vastgoedleningen.

Hoewel de Fed de markt voorziet van alle liquiditeit die het nodig heeft en effectief alle deposito’s garandeert (althans op korte termijn), is het beperkt in het verlagen van de rentetarieven omdat het zich blijft richten op inflatie die ruim boven zijn doel van 2% blijft. Tegelijkertijd wordt fiscaal beleid beperkt door reeds grote begrotingstekorten en een verdeeld Congres. Het Congressional Budget Office voorspelt een federaal begrotingstekort van $ 1,4 biljoen voor 2023, waarbij de tekorten in de toekomst toenemen. Bijvoorbeeld, de schuld zal toenemen tot 6,1% van het bbp in 2024 en 2025 en zal in 2033 6,9% bereiken. Bovendien is de schuld-bbp-ratio nu ruim boven de 100%.

Jan de Vries

Jan is founding partner van EBI Capital. Binnen EBI Capital is Jan verantwoordelijk voor de wetenschappelijk onderbouwde beleggingsfilosofie.

jan@ebicapital.nl
06 – 46 44 51 48

Heb je vragen of wil je reageren op dit artikel? Schroom niet om contact met ons op te nemen!

Disclaimer

Rendementen uit het verleden zijn geen garantie voor de toekomst.

Dit artikel is een vrije vertaling van: 

https://www.wealthmanagement.com/industry/history-lessons-banking-crises