De kogel is door de kerk. Afgelopen woensdag kondigde president Trump een wereldwijde importheffing van 10% aan, van toepassing op alle landen en alle goederen. Daarbovenop komen ‘wederkerige’ heffingen voor landen waarmee de Verenigde Staten een aanzienlijk handelstekort hebben. Voor Europa betekent dit een extra heffing van 10%, waardoor de totale heffing uitkomt op 20%.
Hoewel deze aankondiging van 2 april meer duidelijkheid geeft over het beleid van de Amerikaanse regering, blijft de situatie volop in beweging.
Tarieven in perspectief: Wat Nederlandse beleggers moeten weten over protectionisme en mondiale handel
In de afgelopen jaren is er wereldwijd sprake geweest van een heropleving van protectionistisch beleid, met de Verenigde Staten als drijvende kracht. De Amerikaanse regering – met name onder president Trump – zette in op handelsbelemmeringen zoals invoertarieven, met als doel de binnenlandse industrie te beschermen en handelsbalansen te herstellen. Voor Nederlandse beleggers is dit relevant, niet alleen vanwege onze open economie, maar ook omdat dergelijke maatregelen wereldwijde waardeketens verstoren, groeivooruitzichten beïnvloeden en valutamarkten en aandelenkoersen onder druk zetten.
Wat zijn tarieven en waarom worden ze ingevoerd?
Invoertarieven zijn belastingen op buitenlandse goederen. Ze verhogen de kosten voor importeurs en beïnvloeden daardoor zowel producenten als consumenten. In theorie kunnen tarieven worden ingezet om binnenlandse industrieën te beschermen of strategische autonomie te versterken. In de praktijk blijken ze vaak minder effectief: hogere prijzen voor consumenten, lagere internationale handel en mogelijk vergeldingsmaatregelen van getroffen landen.
De economische logica achter tarieven
Economen zien invoertarieven in de regel als schadelijk voor het algemene welvaartsniveau. Ze leiden tot hogere prijzen, lagere efficiëntie en een verstoring van de internationale arbeidsverdeling. Toch zijn er drie veelgehoorde argumenten voor het invoeren van tarieven:
1. De kosten worden gedragen door buitenlandse producenten.
2. De opbrengsten kunnen worden gebruikt om binnenlandse belastingen te verlagen of uitgaven te verhogen.
3. Tarieven stimuleren de opbouw van een binnenlandse industrie.
In het ideale scenario absorberen buitenlandse producenten de tarieven, blijven binnenlandse consumenten grotendeels gespaard en worden extra inkomsten gebruikt voor subsidies of investeringen. In de praktijk komt dit zelden voor. Tarieven worden vaak breed toegepast, waardoor valuta zich aanpassen en binnenlandse exporteurs worden benadeeld. Bovendien zijn consumenten vaak niet flexibel in hun vraag, bijvoorbeeld als het gaat om essentiële grondstoffen zoals staal of energie.
Retaliatie en geopolitiek risico
Tarieven leiden vrijwel altijd tot tegenmaatregelen. Handelspartners beschouwen eenzijdige tarieven als onrechtvaardig en reageren met eigen belemmeringen. Dit kan leiden tot een zogenaamde handelsoorlog, waarin beide zijden verliezen lijden. Nederlandse exporteurs in sectoren als landbouw, technologie of machinebouw kunnen daardoor indirect geraakt worden.
Beleggingsrendement versus economische impact: een belangrijk onderscheid
Voor beleggers is het essentieel om onderscheid te maken tussen de economische impact van beleidsmaatregelen – zoals invoertarieven – en het verwachte rendement op aandelen. Hoewel economische analyses regelmatig wijzen op afnemende groei of toenemende onzekerheid, betekent dit niet automatisch dat ook de verwachte aandelenrendementen negatief zullen zijn.
De verklaring hiervoor ligt in het principe van marktefficiëntie. Financiële markten verwerken informatie razendsnel: risico’s en verwachtingen over toekomstige winsten worden direct ingeprijsd in aandelenkoersen. Dat houdt in dat algemeen bekend slecht nieuws – zoals dreigende handelsconflicten – doorgaans al is verwerkt in de koersen. Dit maakt het bijzonder lastig, zo niet onmogelijk, om op korte termijn te voorspellen of markten verder zullen dalen of juist zullen herstellen.
Wat beleggers wél met redelijke zekerheid mogen verwachten, is dat in tijden van grotere onzekerheid de risicopremie stijgt. Beleggers zullen immers een hoger rendement eisen als compensatie voor het nemen van extra risico. Economisch gezien betekent dit dat de verwachte toekomstige rendementen toenemen – ook als de economische omstandigheden verslechteren.
Juist daarom kunnen perioden van geopolitieke spanningen of verhoogde marktonrust waardevolle instapmomenten zijn voor beleggers met een langetermijnhorizon. Voorwaarde is wel dat men vasthoudt aan een gedisciplineerde beleggingsstrategie en zich niet laat meeslepen door kortetermijnemoties of marktvolatiliteit.
Vasthouden aan strategie: kopen wanneer anderen aarzelen
Gezien de onzekerheid rondom mogelijke tegenmaatregelen op het gebied van handel en de onvoorspelbaarheid van marktreacties, achten wij het niet verstandig om direct na beleidsaankondigingen te anticiperen op specifieke beleggingsimplicaties.
Hoewel financiële markten op korte termijn heftig kunnen reageren, is het voor langetermijnbeleggers onverstandig om beleggingsplannen tactisch aan te passen op basis van kortstondige marktbewegingen.
Daarom hanteren wij een strikt disciplinebeleid in de vorm van een herbalanceringsstrategie. Wanneer de weging van aandelen binnen een portefeuille onder de vooraf vastgestelde bandbreedte zakt, kopen wij aandelen bij. Dit is precies wat rationeel en systematisch beleggen vereist: anticyclisch handelen – kopen wanneer koersen laag zijn.
Hoe onzekerder de markten zijn, des te hoger het verwachte rendement. Deze relatie laat onderstaande grafiek duidelijk zien.


Jan de Vries
Jan is founding partner van EBI Capital. Binnen EBI Capital is Jan verantwoordelijk voor de wetenschappelijk onderbouwde beleggingsfilosofie.
jan@ebicapital.nl
06 – 46 44 51 48
Heb je vragen of wil je reageren op dit artikel? Schroom niet om contact met ons op te nemen!