Een belegger maakt de allerbeste rendementskans zodra er gebruikt gemaakt wordt van passieve beleggingsfondsen in plaats van actief beheerde beleggingsfondsen. Passieve beleggingsfondsen hebben als belangrijke kenmerken dat de kosten zeer laag zijn, de spreiding zeer groot en de omloopsnelheid zeer laag is.
Deze beleggingsmethodiek wordt indexbeleggen genoemd. Indexbeleggen is echter een vorm van passief beleggen. Er bestaat namelijk nog een andere vorm van passief beleggen en deze methode heet asset-class beleggen.
Hieronder ziet u de verschillen tussen de drie beleggingsmethodieken:Verschil in rendement tussen asset-class beleggen en indexbeleggen
|
Actief Management |
Passief Indexbeleggen |
Asset Class Beleggen |
Rendementsdoelstelling |
Het verslaan van een specifieke benchmark |
Het nastreven van het benchmark rendement |
Het nastreven van het rendement van een asset klasse |
Gerealiseerd rendement |
Gemiddeld 2,75% lager dan het benchmark rendement |
Gemiddeld 0,60% lager dan het benchmark rendement |
Gemiddeld 0,40% lager dan het rendement van een asset klasse |
Gemiddeld aantal posities per beleggingsfonds |
Tussen de 100 en 150 |
Tussen de 100 en 1.000 |
Tussen de 4.000 en 12.000 |
Omloopsnelheid |
Zeer hoge omloopsnelheid (>100%). |
Zeer lage omloopsnelheid (gemiddeld 10%) |
Zeer lage omloopsnelheid (gemiddeld 10%) |
Spreiding transacties |
Gespreid door de tijd |
Transactieconcentratie bij aanpassing indexsamenstelling |
Gespreid door de tijd |
Basis beleggingsmethodiek |
Gebaseerd op voorspellende beleggingsmethodieken |
Gebaseerd op marktkapitalisatie gewogen index |
Gebaseerd op academisch en statistisch bewezen beleggingsgrondslagen |
Stijldrift |
Grote stijldrift. |
Geringe stijldrift |
Consistente blootstelling aan de gewenste asset klasse. |
Riskfactor management[1] |
Weinig. De meeste onderzoek heeft betrekking op het selecteren van individuele beleggingstitels |
Weinig. Nagenoeg al het onderzoek richt zich op de totale markt |
Veel. Is gebaseerd op het veelgeprezen factormodel van de professoren Fama en French |
Gedragsmanagement |
Nee. Beleggers worden aangemoedigd om continue te zoeken naar de beste beleggingsmogelijkheden. |
Nee. Beleggers worden aangemoedigd om continue te zoeken naar de beste indices. |
Ja. Beleggers worden aangemoedigd om een van te voren bepaald beleggingsplan vast te houden. |
Fondsmanager drift |
Ja. Beleggers zijn continue op zoek naar het ‘winnende’ beleggingsfonds en zullen dus vaak van manager wisselen |
Nee. De strategie wordt niet bepaald door de fondsmanager. |
Nee. De strategie wordt niet bepaald door de fondsbeheerder. |
Kosten |
Aandelen: 2,75% |
Aandelen: 0,60% |
Aandelen: 0,50% |
Obligaties: 1,25% |
Obligaties: 0,50% |
Obligaties: 0,40% |
Door gebruik te maken van het factormodel van Fama / French kunnen beleggers hun rendement aanzienlijk verbeteren. Ter indicatie hebben we hieronder een grafiek opgenomen waarin we twee beleggingsmethodieken met elkaar vergelijken. We vergelijken ons model 10, dat is gebaseerd op het fama/french factormodel, met een commerciële wereldwijd gespreide index (MSCI All World Country Index). Ons model 10 is ingevuld met behulp van bestaande beleggingsfondsen, dat betekent dat we rendementen vergelijken van een bestaande portefeuille met de rendementen van een index. In de praktijk liggen de rendementen van indexfondsen lager ten opzichte van de index.
Het gemiddelde jaarrendement van ons model 10 bedraagt 9,71% tegen 4,59% van de MSCI ACWI index. Dit verschil wordt volledig verklaard door gebruik te maken van het wetenschappelijke factormodel van Fama/French.
EBI Capital gebruikt daarom als leidende beleggingsmethodiek asset-class beleggen voor haar cliënten.
Jan de Vries
Jan is founding partner van EBI Capital. Binnen EBI Capital is Jan verantwoordelijk voor de wetenschappelijk onderbouwde beleggingsfilosofie.
jan@ebicapital.nl
06 – 46 44 51 48
Heb je vragen of wil je reageren op dit artikel? Schroom niet om contact met ons op te nemen!