Verslag 2025 Eerste halfjaar

door | jul 12, 2025 | MAANDBERICHT

2025 – De eerste zes maanden

De markten namen beleggers in het eerste halfjaar mee in een heftige achtbaanrit. Er waren opvallende schommelingen vanwege de onzekerheid over de impact van handelstarieven op de Amerikaanse- en wereldeconomie. In de VS tikte de S&P 500 in februari nieuwe recordstanden aan, maar in april daalde de index weer scherp. In mei herstelde de S&P 500 zich en eind juni sloot de index hoger, gemeten in dollars. Vanuit het perspectief van een Europese belegger kon de S&P 500 zijn verliezen echter niet volledig goedmaken, aangezien de dollar sinds januari met 12% in waarde is gedaald ten opzichte van de euro.

De verzwakking van de dollar zorgde ervoor dat zowel de niet-Amerikaans ontwikkelde markten als de opkomende markten de Amerikaanse markten overtroffen (Zie figuur 1). Met het oog op het risico van een hogere inflatie en een toename van de werkloosheid, liet de Federal Reserve de rente ongewijzigd. Amerikaanse obligaties stegen ondertussen, waarbij de yield van de 10-jarige benchmark net boven de 4,2% stond.

In januari trad de nieuwe Amerikaanse regering aan en keerde Donald Trump terug in het Witte Huis. Niet veel later dreigde hij met invoerrechten op goederen uit meerdere landen of legde deze direct op. De S&P 500 daalde op 3 en 4 april met meer dan 10%. Dit was de grootste daling in twee dagen sinds het begin van de COVID-19 pandemie in maart 2020. Slechts een week later, op 9 april, steeg de index met 8,3% toen de regering een pauze van 90 dagen inlaste op de invoering van de heffingen. De aandelenkoersen zetten vervolgens hun opwaartse trend voort, ondanks beleidswijzigingen en vertragingen bij de invoering van heffingen.

De Fed hield de federale beleidsrente in mei en juni ongewijzigd op 4,25%, maar functionarissen waarschuwden dat de onzekerheid over de economische vooruitzichten groot bleef. Wat de inflatie betreft, liet de US core Consumer Price Index (CPI), waarin de volatielere voedingsmiddelen en energie zijn uitgesloten, zien dat de prijzen in mei met 2,8% zijn gestegen ten opzichte van een jaar eerder. Dit is de meest recent beschikbare data en was hoger dan de doelstelling van de Fed van 2%.

Beleggers richtten ook hun aandacht op goud, waarvan de prijs in dollars dit jaar tot en met 30 juni met 22% is gestegen. Sommigen zijn van mening dat goud een nuttig instrument kan zijn om vermogen te beschermen tegen stijgende koersen, of een veilige haven om een portefeuille mee te stabiliseren wanneer aandelen volatiel zijn. Maar goud is niet effectief gebleken in het volgen van inflatie en is verre van immuun voor dalingen. Sinds 1970 heeft goud namelijk slechts in 60% van de kalenderjaren een positief jaarrendement opgeleverd, terwijl de S&P 500 index in 80% van dezelfde kalenderjaren een positief rendement realiseerde.

Halverwege het jaar daalde de S&P 500 index met 6,3%, terwijl technologie-index Nasdaq met 6,6% daalde. Beide indices waren op een gegeven moment in april 20% gedaald ten opzichte van hun voorgaande pieken. Wereldwijde aandelen, gemeten aan de hand van de MSCI All Country World Index, verloren 2,9% door het conflict in het Midden-Oosten dat medio juni verder escaleerde. Ontwikkelde aandelenmarkten buiten de VS stegen met 5,0%, gemeten aan de hand van de MSCI World ex USA-index. De MSCI Emerging Markets index steeg met 1,7%. De betere prestaties van markten buiten de VS bewijzen nogmaals de voordelen van wereldwijde diversificatie. Door in aandelen te beleggen op markten over de hele wereld, in tegenstelling tot aandelen van enkele landen of slechts één land, kunnen beleggers potentieel hogere rendementen behalen, waar die ook te vinden zijn.

Op de obligatiemarkt stegen Amerikaanse staatsobligaties, waardoor het rendement van de 10-jarige staatsobligatiebenchmark eind juni daalde naar 4,24%. De bredere Amerikaanse obligatiemarkt eindigde ook hoger, met de Bloomberg US Aggregate Bond Index (gehedged naar EUR) die met 3,0% steeg en de Bloomberg Global Aggregate Index (gehedged naar EUR), een brede maatstaf voor staats- en bedrijfsobligaties, een stijging van 1,8% noteerde. Dit herinnert ons eraan dat valutarisico-afgedekte obligaties die in verschillende landen zijn uitgegeven, een scala aan yields en verwachte rendementen kunnen bieden, wat in potentie gunstig kan zijn voor beleggers die hun beleggingen diversifiëren over obligatiemarkten wereldwijd.

Waarde verslaat Groei

Waardeaandelen of aandelen met een lage relatieve prijs, presteerden beter dan groeiaandelen in de VS en wereldwijd. De MSCI All Country World Value Index verloor slechts 2,2% versus de 3,6% daling voor de MSCI All Country World Growth Index, terwijl de MSCI All Country World ex USA Value Index een toename liet zien van 5,8% versus 2,2% voor de MSCI All Country World ex USA Growth Index. Verder bleven small cap aandelen in de VS en wereldwijd achter bij large cap aandelen. De MSCI All Country World Small Cap Index daalde 4,8% versus 2,9% voor de larger-cap MSCI All Country World Index, terwijl de MSCI All Country World ex USA Small Cap Index met 3,8% steeg versus de 4,0% winst voor de MSCI All Country World ex USA Index.

Net als small cap aandelen presteerden de aandelen van bedrijven met een hoge winstgevendheid slechter dan de aandelen van bedrijven met een lage winstgevendheid, zowel in ontwikkelde als in opkomende markten. De Fama/French Developed High Profitability Index lag 5,8% lager, vergeleken met 0,8% voor de laag renderende tegenhanger per 31 mei, de meest recent beschikbare data. De Fama/French Emerging Markets High Profitability Index daalde met 4,0%, terwijl de index met lage winstgevendheid slechts 2,4% verloor.

Turbulente tijden

Met de terugkeer van aanzienlijke volatiliteit in de eerste helft van 2025, bewoog de S&P 500 op acht afzonderlijke dagen in april minstens2 procentpunten Ondertussen schoot de VIX-index, een gebruikelijke maatstaf voor de volatiliteit van de Amerikaanse aandelenmarkt, omhoog naar niveaus die we in jaren niet meer hadden gezien. Op 8 april stond er een piek van 52,3. De laatste twee keer dat de VIX boven de 50 sloot, waren in de begindagen van de wereldwijde pandemie op 16 maart 2020, toen de index op 82,7 sloot en tijdens het hoogtepunt van de wereldwijde financiële crisis op 20 november 2008, toen de index op 80,9 sloot (zie grafiek 2).

Marktvolatiliteit kan verontrustend zijn, maar het is ook een teken dat de markt goed functioneert. Of het nu gaat om economische voorspellingen, veranderingen in consumentenprijzen of wijzigingen in het tariefbeleid. Marktprijzen worden aangepast aan nieuwe informatie. Het zou verrassend zijn als markten geen reacties zouden vertonen die een weerspiegeling zijn van ingrijpende gebeurtenissen. Hoewel de nieuwskoppen dus wellicht verontrustend zijn, is de marktturbulentie in het verleden afgenomen, en hebben beleggers goede redenen om geen veranderingen door te voeren. De pijn die men nu kan voelen, is het gevolg van de markten die de prijzen dusdanig bepalen dat de verwachte opbrengsten altijd positief zijn. Wanneer de markt plotseling daalt, kunnen beleggers zich beter aan een plan houden om de dagelijkse zorgen te vermijden. Zo bereiden ze zich beter voor op het langetermijnrendement die de markt kan opleveren.